Cognitieve multimediatheorie van Mayer

Het goed gebruik maken van multimedia wordt uitgelegd in cognitieve multimediatheorie van Richard Mayer uit 1998. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar effectieve instructie om het leerrendement van studenten te verhogen en om hen in staat te stellen om een transfer te maken van de theorie naar hun eigen praktijk situatie. Hij kwam erachter dat studenten beter leren door een combinatie van relevante afbeeldingen met gesproken tekst, dan geschreven tekst. De cognitieve multimediatheorie bouwt verder op twee andere theorieën: de cognitive load theorie (John Sweller, 1988) en dual code theorie (Allan Pavio, 1971) .

  • De cognitive load theorie van John Sweller beschrijft hoe de verschillende geheugen functies worden belast tijdens het leren. Het menselijk geheugen bestaat uit drie elementen. De informatie komt binnen via het zintuigelijk geheugen. Deze informatie wordt verwerkt in het werkgeheugen, ook wel het korte termijn geheugen. De capaciteit van het werkgeheugen is beperkt en heeft ongeveer ruimte voor 7 elementen. Als er nieuwe informatie bij komt, kan er oude informatie wegvallen. Tenzij dit wordt opgeslagen naar het lange termijn geheugen. Hier is altijd ruimte. Volgens de cognitive load theorie zijn mensen beter in staat om te leren wanneer de cognitieve belasting op het werkgeheugen minimaal is.
  •  De dual code theorie houdt in dat alle informatie visueel of verbaal worden gehaald. De visuele en verbale communicatie wordt in aparte kanalen van het werkgeheugen verwerkt. En beide kanalen kunnen worden gebruikt om informatie te herinneren. Dus door beide processen te combineren, kan je informatie beter onthouden.

In Mayer zijn cognitieve multimediatheorie brengt hij deze twee theorieën samen. Volgens Mayer leren studenten beter door een combinatie van relevante afbeeldingen met gesproken tekst dan alleen geschreven tekst. Het werkgeheugen raakt op deze manier niet overbelast.  

1.       Representaties: gebruik zoveel woorden als afbeeldingen. 

2.       Continguïteit: presenteer de woorden nabij elkaar en tegelijkertijd.  

3.       Coherentie: gebruik geen ongerelateerd materiaal, dat lijdt af.  

4.       Modaliteit: presenteer worden liever auditief dan als geschreven tekst 

5.       Redundantie: gesproken tekst is geen geschreven tekst meer.  

6.       Segmentatie: splits informatie zoveel mogelijk op in betekenisvolle delen.  


Wanneer leermaterialen volgens de bovenstaande zes principes worden gemaakt, houden zij rekening met de mogelijkheden en beperkingen van het werkgeheugen en kan de informatie zo goed mogelijk worden verwerkt zodat het opgeslagen kan worden in het langer termijn geheugen. Het leerrendement en de transfer zou hierdoor zo goed mogelijk verlopen.


Filmpje: Cognitieve multimediatheorie uitgelegd door Don Zuiderman

Reacties